Home | Informatie over dit project | Geschiedenis van Weesp | Rondtoer door Weesp | Portretten | Zoeken in de volkstellingen | 1807 | 1849
Een korte geschiedenis van Weesp
Wanneer je belangstelling hebt voor de (ontstaans)geschiedenis van Weesp dan blijkt al snel dat er weinig relevante literatuur beschikbaar is. Op zich is dit niet zo verwonderlijk; het historische belang van Weesp moet natuurlijk niet overtrokken worden.
Voor de geïnteresseerden is een bezoek aan het stadsarchief van Weesp zeer de moeite waard. Naast veel historische bronnen is de bestaande literatuur over de geschiedenis van Weesp aanwezig. Het belangrijkste historisch werk over Weesp is ongetwijfeld Geschiedenis van Weesp. Van prehistorie tot de moderne tijd door A.J. Zondergeld-Hamer (Weesp, 1990). Dit boek geeft een goed overzicht van de het ontstaan van het stadje Weesp. Het onderstaand korte overzicht is voor een groot deel gebaseerd op dit werk. Daarnaast is de gemeentelijke website (www.weesp.nl) als bron geraadpleegd.Het ontstaan van Weesp
De onstaansgeschiedenis van Weesp voert terug tot de elfde eeuw. De naam Wispe of Wesopa duikt voor het eerst op rond 1150. De plaats ligt aan de rivier de Vecht, in die tijd een belangrijke vaarroute. Tot in de loop van de dertiende eeuw valt Weesp onder het gezag van het bisdom Utrecht. Het heeft, gelegen op de grens van Utrecht en Holland een grote strategische waarde en heeft daar ook flink onder te lijden. De omstreden stad wordt, na enkele keren van ‘eigenaar’ gewisseld te zijn, in 1317 definitief Hollands gebied. Daarna ontwikkelt zij zich in sneltempo tot handels- en bestuurscentrum van de streek. Graaf Willem V van Holland erkent het belang van Weesp en verleent de plaats in 1355 stadsrechten.De late Middeleeuwen
In de veertiende en vijftiende eeuw maakt Weesp een ontwikkeling door die voor de meeste Hollandse steden gold. In deze tijd ontstaat eveneens de bestuursorganisatie die tot de 19e eeuw in tact blijft. De 31 rijkste poorters kiezen elk jaar op 2 februari 14 notabelen. De Raad van Holland wijst uit deze veertien mannen er zeven aan door middel van stemming. Uit deze zeven mannen worden drie burgemeesters gekozen die elkaar om het jaar aflossen als president.
Naast deze bestuurlijke ontwikkelingen breiden de handelscontacten zich ook steeds verder uit. Het belangrijkste handelswaar in Weesp in die tijd is laken. Deze groei stagneert door de Hoekse en Kabeljouwse twisten en Weesp werd in deze oorlog mee gesleurd, aangezien Weesp op de grens tussen Utrecht en Holland lag. Aan het einde van de vijftiende eeuw kent Weesp dan ook een periode van verval en armoede.De zestiende eeuw
De economische misère van Weesp duurt voort tot aan de vijftiger jaren van de zestiende eeuw. In deze tijd komt vooral de brouwnering van de grond. De brouwerijen luiden het economisch herstel van Weesp in, vooral de export naar Amsterdam levert Weesp veel op en de bierbrouwerij vormt de spil van de Weesper economie. Naast de bierbrouwerijen ontstaan er in het begin van de zeventiende eeuw ook jeneverstokerijen en brandewijnbranders. De gevolgen van de oorlog met Spanje worden pas laat merkbaar. Weesp blijft in eerste instantie de Spaanse koning steunen, maar ontkomt niet aan de druk van de Staten-Generaal. Weesp is voornamelijk katholiek en de overgang naar het protestantisme gaat niet echt van harte. Daarnaast betekent de opstand tegen Spanje extra belastingdruk.
De gouden eeuw
Voor Weesp is deze periode een tijd van economische terugval. De brouwerijen zijn bijna allemaal in handen van katholieken. Na de vrede van Munster (1648) blijven er maar vijf brouwerijen over. Ook de brandewijnindustrie stort helemaal in door de vrede met Spanje. Dit betekent veel armoede. Het gasthuis kan de toegenomen armoede al vanaf de twintiger jaren van de zeventiende eeuw niet meer verwerken. Dit komt ook door het grote aantal vreemdelingen dat de stad binnen komt. Om hier iets aan te doen wordt de stad in vijf wijken verdeeld. Ieder wijk krijgt twee wijkmeesters die deze ongewenste vreemdelingen moeten opsporen. Deze wijkindeling goldt ook nog ten tijde van de volkstellingen van 1807 en 1849.
De armenzorg is vooral een taak van de gasthuizen. Zo zorgt het St. Bartholomeusgasthuis voor de bejaarden. Voor wezen is er het Burgerweeshuis, waar de kinderen worden opgeleid voor beroepen als timmerman, kleermaker of metselaar. In 1660 verandert deze situatie ingrijpend door de oprichting van het Armenweeshuis. Vanaf die tijd zijn de gasthuiskinderen werkzaam in de lakenweverij die bij het gasthuis hoort. Om deze industrie op te zetten en draaiende te houden worden er kinderen uit het Burgerweeshuis gehaald.
In 1672 wordt Weesp belegerd door de Fransen. Als die dreiging afgewend is, wordt besloten om van Weesp een echte vestingstad te maken. Samen met Naarden zou Weesp de stad Amsterdam moeten beschermen. Allereerst wordt er een gracht gegraven, waardoor een eiland in de Vecht ontstaat: de Ossenmarkt. De vestingplannen omvatten verder acht bolwerken, waarvan er vier gerealiseerd worden, twee op het eiland en twee aan de zuidkant van de oude stad. De overige vier zijn wel ontworpen maar, waarschijnlijk door geldgebrek, nooit aangelegd. Twee singels markeren nu nog de plaats waar ze zouden komen. Op een recente luchtfoto van Weesp is de structuur van de stad, zoals die aan het einde van de zeventiende eeuw tot stand kwam, duidelijk te herkennen.
De problemen tussen Frankrijk en de Republiek brengt Weesp in de tweede helft van de zeventiende eeuw economisch herstel. Oorzaak is het invoer verbod van Franse wijn en brandewijn in 1688. Er breken gouden tijden aan voor de branders in Weesp. Dit duurt echter niet lang door de tegenvallende graanoogsten. De oogsten zijn in 1698 zelfs zo slecht dat er een verbod op stoken komt. Dit verbod betekent het einde van de branderijen. Gelukkig voor Weesp lukt het distilleerderijen wel om hun hoofd boven water te houden.De achttiende eeuw
Weesp wordt een stad van tegenstellingen. Het merendeel van de bevolking is arm en economisch gaat het nooit echt goed. Toch is er een klein deel van de bevolking uitermate bemiddeld. Er ontstaat in Weesp een belangrijke regentenstand die vele baantjes te vergeven hebben. De burgermeesters en vroedschappen mogen zo'n 200 banen vergeven, waarvan ze zelf slechts een paar uitoefenen.
Vanaf 1740 begint er een tijd van economisch verval en stijgt de armoede in Weesp. Slechts de vestiging van een porseleinfabriek in 1757 brengt enige opluchting. Uit deze tijd stamt eveneens het befaamde Weesper porselein.De negentiende eeuw
Het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw staat voor Weesp in het teken van buitenlandse overheersing. De weerstand tegen Oranje groeit in Weesp. Men moet duidelijk niets meer van de Stadhouder hebben. Dit betekent echter wel dat Weesp te maken krijgt met de Pruissische troepen die de Stadhouder, maar met name natuurlijk zijn echtgenote, te hulp schieten. Zo breekt er een tijd van overheersing aan. De Pruissische troepen zijn nog niet verdwenen of revolutionaire legers uit Frankrijk staan reeds aan de poort. De Fransen worden door het volk juichend binnen gehaald en er is vooral feest. Dit enthousiasme word minder na de vele maatregelen van Napoleon; met name de oproep voor militaire dienst uit 1806 veroorzaakt veel onrust in Weesp.
Nadat de Fransen verdwenen waren brak er voor Weesp een zware tijd aan. De stad was verarmd en vele huizen stonden leeg of op instorten. Slechts tijdelijke projecten, zoals de bouw van de lutherse kerk, en het ontstaan van de tabaksindustrie brachten enige verlichting in deze zware tijd. Vooral de jaren veertig waren extreem slecht, aardappelziekte en cholera zorgden zelfs voor opstanden.
De oplossing voor deze moeilijke periode kwam pas na 1850 met de komst van Van Houten. Vanaf dat moment brak voor Weesp een periode van opbouw bloei en industrialisatie aan.Coenraad Johannes van Houten, de uitvinder van cacaopoeder, zocht uitbreiding voor zijn Delftse cacaofabriek en kocht in 1850 de leeggekomen fabriek De Adelaar aan de Oude Gracht in Weesp. Dat was de start van een firma die uiteindelijk wereldfaam zou bereiken. Dankzij de cacao van Van Houten werd chocoladedrank een volksdrank. Overal in de hele wereld wilde met het Weesper goedje mengen met water of melk. Ook het bijprodukt, cacaoboter, was voor de firma winstgevend. Van Houten breidde enorm uit en dat kreeg zijn weerslag op de stad. Vanwege de grote werkgelegenheid van de fabriek steeg het inwonertal van Weesp aanzienlijk. In de polders rond het oude stadje werden nieuwe woonwijken gebouwd.
Wanneer je meer inzicht wil hebben in deze laatste periode zijn de volkstellingen van 1807 en 1849 een geweldig hulpmiddel. Niet alleen krijg je een goed inzicht in de bevolkingssamenstelling van Weesp, ook is het mogelijk om een sociale kaart te distilleren uit deze cijfers. Daarnaast kun je deze volkstellingen natuurlijk gebruiken om allerlei genealogische informatie te vinden.